St.-Norbertus - Stichter van de Norbertijnerorde


NORBERTUS VAN GENNEP (1080/1085 - 1134) 

Het begon met een zonderling heerschap...

Stel je voor, je bent een telg uit een middeleeuws adellijk geslacht. Je bent dus "beter" dan de meeste mensen, want je behoort tot de hoogste stand en dat betekende toen heel wat.Je oudere broer erft, zoals dat in onze streken gebruikelijk was, het domein van je adellijke vader. Jijzelf bent dan voorbestemd om carrière te maken in de Kerk.Dat klinkt vreemd in onze moderne oren maar de adellijke middeleeuwer dacht er nochtans anders over. Voor de meesten was de Kerk een heel geschikte organisatie om rijk te worden, een weelderig leventje te leiden, in paleizen te wonen en zo mogelijk een hartig woordje mee te praten in de politiek. En dat allemaal niets te zien had met het evangelie of de leer van Christus? Dat vonden ze niet zo belangrijk.

Norbertus van Gennep, was een begaafde edelman uit de 12de eeuw, had een tijdlang dat soort "geestelijk" leven geleid. Toen vond hij het opeens allemaal onzinnig. Hij liet zijn bezittingen voor wat ze waren, trok een boetekleed aan en ging de straat op om te prediken. Hij at wat hij kreeg, sliep waar hij een plaats vond. Voor zijn tijd dus wel een vreemde man. Vooral de hoge "kerkelijke" heren snapten het niet allemaal zo meteen. Terug naar je geschiedenisboek. Heb je nog nooit zo over de Kerk in die tijd horen praten? Best mogelijk. In de 18de en 19de eeuw is er nogal wat stof over de waarheid heen geveegd. Als wij dat stof nu wat wegblazen, doen we dat heus niet om de sensatie, maar als je mensen zoals Franciscus van Assisi of Norbertus van Gennep wilt begrijpen, moet je weten waartegen zij zo van leer trokken. Trouwens, als je in de geschiedenisboeken tussen de regels leest, zie je al gauw dat niet alles in de Kerk koek en ei was. Chaucer, een middeleeuws schrijver, vermeldt een aantal van de meest voorkomende misbruiken. Hij doet het niet rechtstreeks, maar vertelt over een priester en de dingen die hij niet zou doen, wat meteen betekent dat anderen zich wel aan die fouten schuldig maakte.

"Nooit zou hij met de banvloek dreigen om zijn tienden (een belasting die 1/10 van de oogst bedroeg) van de boeren af te dwingen. Nooit zou hij omwille van slecht weer nalaten zieken of behoeftigen te bezoeken, hij verhuurde zijn waardigheid niet om zelf in de stad een lekker leventje te gaan leiden. Nooit schold hij mensen uit, nooit sprak hij een zondaar vanuit de hoogte toe, hij hield niet van praal en vertoon..." Niet zo'n fris beeld van de geestelijken toen.

Is het dan een wonder dat Norbertus met zijn predikingen en vooral door zijn voorbeeld vele volgelingen lokte. Hij praatte over de armoede, broederschap, rechtvaardigheid. Hij vertelde de mensen dat ze stuk voor stuk gelijk zijn, hij klaagde de hebzucht aan en de honger naar macht. Hij reageerde vooral tegen de indeling in klassen: ridders, clerus, monniken, onvrijen... Waar Norbertus verscheen, trokken mannen en vrouwen, geestelijken en leken, geleerden en ongeletterden met hem mee. Hun ideaal was opnieuw leven zoals de eerste christenen.

De Kerk reageerde heel voorzichtig. Norbertus mocht wel doorgaan, maar zijn volgelingen moesten in een ondoordringbaar woudgebied wonen, werken, bidden. De plek heette Prémontré... Maar dat kon niet beletten dat over Norbertus en de zijnen algauw in heel Europa werd gepraat. In Prémontré leefden zijn volgelingen volgens de regel van Augustinus. Ze hielden zich aan het witte kleed dat Norbertus na zijn bekering had gedragen, hechtten veel belang aan handenarbeid om in hun onderhoud te voorzien. In 1126 werd Norbertus bisschop van Maagdenburg en stierf er op 6 juni 1134. Intussen waren er heel wat kloostergemeenschappen naast Prémontré ontstaan, waaronder Grimbergen.

 

< terug naar geschiedenis


Schermafbeelding 2014-10-22 om 19.13.47.png