Ere-abt Piet Wagenaar viert 60-jarig priesterjubileum: bezield verdediger van de vernieuwing in de Kerk

Ere-abt Piet Wagenaar veertelde tijdens de viering van zijn 60 jaar priester het volgende:

"Normaal zegt de abt bij een jubileum iets over het leven van de jubilaris. Abt Erik zou dit ook wel willen doen, maar met alle eerbied en vriendschap voor hem, vertrouw ik dat vandaag niet zo goed... U moet weten dat abt Erik als novice in de abdij binnenkwam in 1983, terwijl ik in 1982 abt geworden was. Hij weet weinig van de periode die voor mij heel belangrijk en uitdagend is geweest, de tijd dat ik pastoor van Grimbergen mocht zijn. Niet dat ik in die tijd buitengewone dingen heb gedaan, maar ik wil er graag zelf iets over vertellen.

Van 1962 tot 1965 vond in Rome het Tweede Vaticaans Concilie plaats, samengeroepen door Paus Johannes XXIII, een concilie dat de vernieuwing van de Kerk wilde brengen.

Voor de mensen vandaag lijkt alles wat er toen uit de bus gekomen is vanzelfsprekend, en velen weten van dat concilie eigenlijk niet veel af. Voor mij werd het een grote uitdaging....

Toen Kardinaal Suenens terugkwam van Rome in 1965, wilde hij werk maken van de besluiten van dat concilie. Hij wilde toen o.a. dat de priesters van zijn grote bisdom beter zouden samenwerken en vooral overleggen. Hij wilde daarvoor kleinere dekenaten om  de vernieuwing gemakkelijker te maken.

In die dagen werd ik bij mijn voorganger prelaat De Winde geroepen.  Hij had bezoek van Mgr. Schoenmaeckers, hulpbisschop van kardinaal Suenens; Hij kwam voorstellen dat ik pastoor en deken van het nieuwe dekanaat van Grimbergen zou worden. Ik was aan de grond genageld. Daar had ik nooit aan durven te denken.

Prelaat De Winde stond er achter en liet te beslissing aan mij over. Ik mocht erover nadenken. Na een paar dagen heb ik ja gezegd, me ervan bewust dat ik voor een grote uitdaging stond.

Ik wist dat ik de besluiten van het concilie moest proberen waar te maken. Dat was ondermeer de verniewing van de liturgie. Nu moest het altaar worden omgedraaid en moest de priester met zijn gezicht naar het volk voorgaan. Een grote aanpassing voor de priester en voor het volk. Aan het altaar mochten voortaan de priesters samen eucharistie vieren.  Een niet te onderschatten vernieuwing! 

De volkstaal werd ingevoerd i.p.v. het Latijn. Eindelijk.  We moesten wel wachten tot de misboeken gedrukt waren, maar we konden moeilijk wachten. Iedereen mocht de Heilige Communie op zijn hand ontvangen, enz.  Wel moest elke vernieuwing aan het volk uitgelegd worden. Veel oudere priesters hadden het moeilijk en moesten geholpen worden.

Een belangrijk besluit was ook dat de leek voor het eerst in de kerkgeschiedenis serieus werd genomen.  Hij en zij kregen medeverantwoordelijk niet alleen in de kerk maar ook erbuiten. Dat was het begin van de parochieraden en de werkgroepen allerlei. Denk aan ziekenzorg, ontwikkelingwerk, vorming, bijbelgroepen enz. Boeiend en hoopvol.  Voor mensen en ook voor priesters die na 1960 geboren zijn, lijken deze dingen vanzelfsprekend. Er is ook teleurstelling bij mensen die op hun honger gebleven zijn. Jammer dat onze Kerk, maar ook de hele samenleving de gevolgen heeft ondervonden van de zogenaamde secularisatie en de cultuurcrisis.

Graag zou ik nog iets willen vertellen.  Een jaar na het concilie  nodigden wij onze hulpbisschop Mgr. Schoemaekers uit om te komen vertellen over dat concilie.  De verwachtingen over de vernieuwingen waren groot bij het kerkvolk. Voor een volle zaal van het Fenikshof vertelde de bisschop over zijn ervaringen.

Nadien mochten er vragen gesteld worden. Een trouwe kerkganger, ik kende hem zeer goed, vroeg: Monseigneur doet het u niets dat de heiligenbeelden in de kerk soms verdwijnen of naar  de achterkant van de kerk worden verplaatst?  De bisschop antwoordde: beste vriend, ik versta uw vraag. Ik heb grote verering en bewondering voor de heiligen. Ook de beelden in de kerk. Maar zij verhinderen het volle zicht op Christus. In de eucharistie is Christus hét middelpunt. Niets of niemand mag het zicht op Hem in de weg staan. Wie nu rondom Christus mogen samenkomen, dat zij wij. Als het ene Godsvolk, zonder aanzien van de persoon, worden wij uitgenodigd eucharistie te vieren rondom Hem. Dat was een antwoord dat mij diep geraakt heeft, daarom vertel ik het. Sindsdien is dat voor mij in mijn verdere priesterleven het favoriete onderwerp van mijn prediking geworden.

Dit is de reden waarom ik het vandaag, misschien voor de laatste keer, vertel. Dit is ook mijn wens voor u allemaal: dat we trouw blijven aan de eucharistie, het ene Godsvolk met Christus in ons midden."